SOFENPRAAT
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

artikel Sven Couwenberg

Ga naar beneden

artikel Sven Couwenberg Empty artikel Sven Couwenberg

Bericht  Floris Schreve vr nov 07, 2008 1:06 am

Antroposofie racistisch? Ons kolonialisme was dat!

S.W. Couwenberg

Politiek gemotiveerde anti-racismejacht

Evenals C. Renckens van de Vereniging Tegen de Kwakzalverij dat gaarne met overgave pleegt te doen, scheerde R. Plasterk in zijn Volkskrant-column van 27 augustus jl. over kwakzalverij gemakshalve alle alternatieve geneeswijzen maar weer eens over één kam. Hij kon het daarbij niet laten de antroposofische levensbeschouwing van Rudolf Steiner en diens volgelingen en passant opnieuw een racistisch stempel op te drukken, hoewel die beschuldiging eerder op overtuigende wijze weerlegd is. Het is een beschuldiging die al teruggaat tot de jaren tachtig van de vorige eeuw en in de Volkskrant van 4 februari 1995 nieuw leven ingeblazen werd. Hand in hand hiermee werd Steiner door allerlei critici ook van fascisme beticht, onder andere door het Nijmeegs Comité van Waakzaamheid Tegen Fascisme. In zijn brochure Rassenleer met charisma (1989) gaat publicist B. Moerland zelfs zover Steiner’s ‘racisme met charisma’ te vergelijken met wat hij noemt platvloerse racisten als Janmaat en Le Pen. In de jaren tachtig ben ik zelf ook herhaaldelijk slachtoffer geweest van dergelijke beschuldigingen, bijvoorbeeld door te pleiten voor inburgering van migranten evenals toen ik het waagde een lans te breken voor een eigen Nederlandse identiteit en in aansluiting hierop voor het culturele belang van het Nederlandstalige lied. Om die reden meende Anil Ramdas, de huidige directeur van het Amsterdamse discussie centrum De Balie, mij in de Groene Amsterdammer van 6 november 1991 te moeten vergelijken met een racistische en reactionaire figuur als Archie Bunker in de bekende Amerikaanse TV-serie All in the Family. Dat taboeïseren van een eigen Nederlandse identiteit ging toen hand in hand met het nadrukkelijk beschermen van de culturele identiteit, de eigen taal en cultuur van etnische minderheden in ons midden en het in racistische termen desavoueren van pleidooien voor hun integratie in onze samenleving en cultuur.

Omdat Steiner mijns inziens opnieuw ten onrechte van racisme beticht werd heb ik daartegen in een ingezonden stuk stelling genomen. In de Volkskrant bleek daar echter geen ruimte voor beschikbaar te zijn. Gezien het gemak waarmee nog steeds van demoniserende kwalificaties als racisme en fascisme misbruik gemaakt wordt voor politieke of andere doeleinden lijkt het me goed op deze kwestie nog eens terug te komen, temeer nu de bekende journalist Theodor Holman op zijn beurt in een forumuitzending van Tros-Radio op 20 sept. j.l. Rudolf Steiner ook weer meende te moeten betichten van racisme. Hij deed dat naar aanleiding van een discussie over de vrije school pedagogie waarvan Steiner de inspirator is.

Meten met twee maten

De hetze die in de jaren tachtig en negentig tegen de antroposofie en Steiner als grondlegger ervan gevoerd is, was een typisch voorbeeld van de geestelijke terreur, die het politiek-correcte denken van links toen uitoefende op ieder die het waagde daarvan af te wijken. Die politiek gemotiveerde anti-racismejacht strekte zich ook uit tot personen die in het verleden niet bleken te voldoen aan de aan de bezettingsjaren ontleende fatsoensnormen van dat politiek-correcte denken. Wie of wat daarvan afweek werd onmiddellijk zwart gemaakt als racistisch of fascistisch. Ook Steiner en zijn antroposofie zijn zoals gezegd aan die geestelijke terreur niet ontsnapt en met racisme geassocieerd geraakt. En Plasterk gaat daar rustig mee door.

Na een grondig en uitvoerig onderzoek heeft een commissie van de Antroposofische Vereniging in 2000 in haar eindrapport op een rustige en goed onderbouwde wijze in het licht gesteld dat die beschuldiging in redelijkheid niet valt staande te houden, als men serieus kennis neemt van het werk van Steiner en rekening houdt met de specifiek historische context waarin hij zich over allerlei kwesties van zijn tijd heeft uitgelaten. Met het signaleren van de verschillen tussen volken en culturen zoals Steiner dat nadrukkelijk deed, ging hand in hand zijn erkenning van het beginsel van menselijke gelijkwaardigheid in juridisch en politiek opzicht (one man, one vote). Die gelijkheid vormt zelfs een van de belangrijkste uitgangspunten van de antroposofische leer van de sociale driegeleding zoals de commissie nog eens in haar eindrapport vermeldt (pp. 607-609).

Dat sommige uitspraken van Steiner los van de historische context nu min of meer beledigend over komen, is niets bijzonders. Dat geldt nog meer voor heel wat onversneden antisemitische uitspraken in voorgaande eeuwen van grote christelijke voormannen en denkers, waaronder ook een fijnzinnige geleerde als Erasmus. Die zijn echter nooit zoals Steiner als racist verdacht gemaakt. Zoals de theoloog H. Jansen uiteengezet heeft heeft het antisemitisme diepe theologische en kerkelijke wortels. Kerken hebben eeuwenlang ook het Europese kolonialisme gesteund en daarmee tevens de daaraan inherente racistische ideologie. Toch worden die kerken niet zoals Steiner en zijn volgelingen achtervolgd met het stigma van racisme. Opnieuw een voorbeeld van hoe ongegeneerd met twee maten gemeten wordt zonder dat dat als discriminatoir gehekeld wordt, een kwalijke tendens die ik al eerder aan de kaak gesteld heb.

Racistische oriëntatie Nederlands koloniaal verleden

Getoetst aan de definitie van racisme in het anti-racisme verdrag van 1966 dat in zijn ontstaan mede een juridische afrekening was met het kolonialisme en daarmee samenhangende rassendiscriminatie, was Nederland als koloniale mogendheid tot de tweede helft van de twintigste eeuw onmiskenbaar een land met een racistische oriëntatie. Als Plasterk er nog steeds behoefte aan heeft de antiracisme jacht van het inmiddels in het defensief geraakte politiek-correcte denken van weleer voort te zetten en Steiner daarom opnieuw van racisme meent te moeten beschuldigen, zou ik hem erop willen wijzen dat het heel wat meer pas geeft die beschuldiging te uiten aan het adres van generaties van Nederlandse politici die niet alleen racistische denkbeelden koesterden maar die in onze koloniën ook krachtdadig in praktijk gebracht hebben, inclusief een apartheidbeleid waartegen we inzake het apartheidsregime in Zuid-Afrika zo ferm stelling genomen hebben na het moeizame, want via twee koloniale oorlogjes verlopen afscheid van onze koloniale overheersing in Nederlands-Indië. In het voormalige Indië, aldus de historicus L.J. Giebels in zijn boeiende Beel-biografie, heerste een sfeer die men niet anders omschrijven kan dan als een sfeer van apartheid. En die is daar de voedingsbodem geworden van het Indonesische nationalisme. Evenals in Zuid-Afrika tijdens de apartheid diende het alomtegenwoordige rassenonderscheid ook daar de illusie in stand te houden van de onkwetsbaarheid en onfeilbaarheid van het blanke bewind.

Onze Nederlandse politici die nauw betrokken waren bij dat koloniale beleid en verleden, worden daarop echter nooit aangesproken. Toen in 1987 op de Vrije Universiteit de 150e geboortedag van Abraham Kuyper herdacht werd, werd met geen woord gerept over diens nauwe betrokkenheid bij ons koloniale verleden en zijn problematische rol daarin. Zoals ons slavernijverleden tot voor kort angstvallig verdrongen werd, gebeurt dat nu nog altijd met het racistische karakter van ons koloniale verleden. In zijn afscheidsrede eind 2003 heeft mijn oud collega J.M. de Meij nog eens scherp en helder uit de doeken gedaan hoeveel moeite het Nederlanders gekost heeft hun koloniale verleden en het daaraan inherente racisme onder ogen te zien. De overtuiging van de superioriteit niet alleen van de blanke christelijke beschaving, maar ook van het blanke ras leefde in Nederland tot de Tweedewereldoorlog in brede kring. Met abstracte begrippen als mensenrechten, zo stelde bijvoorbeeld in 1925 de theoloog H.H. Kuyper-zoon van Abraham Kuyper- kan men in Zuid-Afrika, waar we te maken hebben met wilden die nog op een zeer lage trap van beschaving staan, niets beginnen. Ons koloniale verleden leeft voort in de literatuur van Nederlandse auteurs die geboren en getogen zijn in het voormalig Nederlands Indië. Die literatuur is doortrokken van heimwee naar het verloren paradijs van hun jeugd en de onschuld waarmee zij toen de koloniale verhoudingen ondergingen. Die werden nimmer ter discussie gesteld. “Voor wie uitsluitend Nederlandse historici leest, zal het een totale verassing zijn. Maar ons koloniale verleden heeft in dat deel van de wereld een abominabele reputatie”, zo constateerde Rudy Kousbroek, toen hij in 1994 terugkeerde naar het land van zijn jeugd. Laat ik er hier tenslotte ook nog eens aan herinneren dat op de Vredesconferentie van Versailles in 1918 een voorstel van Japan om in het Handvest van de Volkenbond het principe van gelijke behandeling van rassen op te nemen nog zonder meer verworpen werd. Een historisch feit dat zoveel mogelijk verzwegen wordt. Het kolonialisme beleeft overigens de laatste tijd een zekere herwaardering, zelfs onder degenen die voorheen het kolonialisme bestreden hebben “de gemiddelde Afrikaan is tegenwoordig slechter af dan tijdens de koloniale periode”. Deze uitspraak, ontleend aan de redactie van Trouw, deed vorige jaar Mbeki, broer van de Zuid-Afrikaanse president, tijdens een bijeenkomst van het Zuid-Afrikaanse Instituut voor Internationale Zaken, waarvan hij directeur is. Hij verweet die verslechtering aan het feit dat de nieuwe machthebbers in de voormalige koloniën zich niet op de verdere ontwikkeling van hun land richten maar hoofdzakelijk op het bevoordelen van zichzelf en een uitgebreide entourage van ambtenaren en vrienden.

In het licht van dit alles is de in jaren tachtig en negentig gevoerde hetze tegen Steiner en de antroposofie voor allen daarbij betrokkenen en voor Plasterk die daarop voortborduurt zonder meer een blamage. De eerder genoemde commissie van de Antroposofische Vereniging valt daarentegen te prijzen voor de zakelijke en serieuze wijze waarop zij zonder polariserende ondertonen op die hetze gereageerd heeft.

Floris Schreve

Aantal berichten : 24
Registratiedatum : 05-11-08

http://florisschreve.blog-s.nl/

Terug naar boven Ga naar beneden

artikel Sven Couwenberg Empty commentaar column Couwenberg

Bericht  Floris Schreve vr nov 07, 2008 1:24 am

Eigenlijk zijn er maar twee opmerkingen van mijn kant op het stuk van Couwenberg.

1. Het betoog van Couwenberg zou evt enige grond hebben als je de conclusies van het van Baarda rapport volledig onderschrijft. Dat is wat mij betreft niet het geval, dus daarmee wordt het problematisch. Couwenberg gaat eraan voorbij dat er een naar astrologie en leeftijdsfases gerangschikt rassenmodel is. Hij bespreekt dus niet Steiner zelf maar neemt slechts kennis van de conclusies van de Commissie van Baarda
2. Hij suggereert dat Bram Moerland Rudolf Steiners rassenleer met die van le Pen vergelijkt. Moerland stelt echter in 'Rassenleer met charisma' juist dat het racisme van Le Pen van een totaal andere orde is dan die van Steiner en Blavatsky. In het eerste geval spreekt hij (terecht) van plat racisme. Bij Steiner en Blavatsky is de rassenleer verkapt in een groter geheel, een complete metafysische levensbeschouwing. Moerland benadrukt juist dat verschil.
Met deze twee punten lijkt mij dat het stuk van Couwenberg weer grotendeels ontkracht is. Om Steiner werkelijk op racisme te kunnen beoordelen had hij de relevante publicaties van Steiner zelf ter hand moeten nemen. Mijns inziens is dan de conclusie onvermijdelijk dat er wel degelijk sprake is van rassenleer. Over de aard van ons kolonialisme verschil ik overigens niet van mening, maar dat doet niets af aan mijn analyse van Steiner.

Floris Schreve

Floris Schreve

Aantal berichten : 24
Registratiedatum : 05-11-08

http://florisschreve.blog-s.nl/

Terug naar boven Ga naar beneden

Terug naar boven

- Soortgelijke onderwerpen

 
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum